De meeste ondernemingen hebben een boekjaar dat gelijk loopt aan het kalenderjaar. Dat betekent dat het voor rechtspersonen wettelijk weer tijd wordt om de jaarrekening op te maken. De wet schrijft immers voor dat dit binnen vijf maanden na het einde van het boekjaar gebeurd moet zijn, dus uiterlijk eind mei.
Gelukkig kunt u deze termijn met nog eens vijf maanden verlengen, tot eind oktober. Daar is wel een aandeelhoudersbesluit voor nodig; het is dus van belang om tijdig uw aandeelhouders te informeren en een aandeelhoudersvergadering bijeen te roepen. Als uw statuten het mogelijk maken, kunt u mogelijk een besluit buiten vergadering nemen.
Het zijn dezelfde aandeelhouders die na het opmaken van de jaarrekening voor vaststelling daarvan zorgen. Kort daarna (acht dagen daarna) moet de jaarrekening dan worden gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel. Daar is het bestuur van de rechtspersoon dan weer verantwoordelijk voor.
Dit jaar kunt u profiteren van de Tweede Verzamelspoedwet COVID-19. Die wet maakt het niet alleen makkelijk om digitaal aandeelhoudersvergaderingen bijeen te roepen, te vergaderen en te stemmen. De wet regelt ook dat het bestuur met uitsluiting van de algemene vergadering mag besluiten tot de verlenging van de opmaaktermijn tot tien maanden. De Tweede Verzamelspoedwet COVID-19 biedt daarmee veel flexibiliteit om termijnen veilig te stellen.
Het naleven van termijnen is uiteraard altijd van belang, maar gelet op de huidige situatie des te belangrijker. Mogelijk zwaar weer of zelfs faillissement zijn immers niet uitgesloten, zeker niet in de branches die door het coronavirus extra hard zijn geraakt. Wanneer u bepaalde termijnen overschrijdt, bijvoorbeeld de termijn voor het deponeren van de jaarrekening, kan dat in een faillissement gevolgen hebben voor de aansprakelijkheid van bestuurders.